Besmetting voorkomen
Verkoudheid, griepklachten, koortslip…. Je wilt voorkomen dat een pasgeborene of kraamvrouw een infectie of een besmettelijke ziekte oploopt in de kraamtijd.
Kraamverzorgenden werken zorgvuldig volgens landelijke hygiënische richtlijnen. Hiermee wordt voorkomen dat er infecties ontstaan of besmettelijke ziekten als een verkoudheid worden overgedragen.
Ook zullen zij je informeren wat je kunt doen om problemen te voorkomen.
Wanneer bekend is dat iemand in de omgeving van de pasgeborene en kraamvrouw een besmettelijke ziekte heeft is het belangrijk om nog specifieke maatregelen te nemen:
Bij Verkoudheid/griepklachten
Wanneer je zelf of de kraamverzorgende last heeft van verkoudheid is het belangrijk om naast de normale hygiënische maatregelen het volgende te doen:
- Was regelmatig je handen met water en zeep en raak zo min mogelijk je mond, neus of ogen aan. Handen wassen is belangrijk voor het eten èn na het hoesten, niezen of snuiten. Droog de handen met een stuk keukenrol of een papieren handdoekje.
- Houd je hand of zakdoek voor je mond als je niest of hoest. Nies of hoest niet in de richting van een ander.
- Gebruik bij voorkeur papieren zakdoeken, tissues of handdoekjes en gebruik ze éénmalig. Gooi ze na gebruik in de vuilnisbak.
- Maak voorwerpen zoals deurknoppen vaak schoon.
- Het werken met (medisch) mondmasker bij handelingen, waarbij de afstand kleiner dan 1,5 meter is.
Koortslip
Een koortslip is een veel voorkomende besmettelijke aandoening die wordt veroorzaakt door een virus: het herpessimplexvirus, waarbij blaasjes rond de mond en/of op de lippen ontstaan. De verschijnselen van een koortslip kunnen regelmatig terugkomen omdat het virus in het lichaam blijft.
De aandoening kan gevaarlijk zijn voor pasgeboren baby’s.
Hoe besmetting te voorkomen:
- Vermijd direct contact met de blaasjes of het vocht uit de blaasjes van iemand die een koortslip heeft. De kans op besmetting wordt daardoor kleiner.
- Dek de open blaasjes af. Was de handen goed na contact met de huid of blaasjes.
- Niet zoenen en zeker geen baby’s zoenen, vraag dit ook aan de visite.
Als een kraamverzorgende bij je komt werken, mag je erop vertrouwen dat het verantwoord is. Bij twijfel wordt vooraf overlegd met de bedrijfsarts. De kraamverzorgende doet er alles aan om te voorkomen dat jij of je kind ziek wordt.